Leiderschap in crisistijd

Er zijn voldoende uitdagende vraagstukken aanwezig die zorgen voor maatschappelijke onzekerheid en onrust. Hoge energieprijzen. Gebrekkige beschikbaarheid aan grondstoffen. Het stikstofbeleid. De tekorten op de arbeidsmarkt. De ontwrichtende dreiging van Rusland. Het sluimerende corona-virus.
Het gevolg hiervan? Onrust en angst. Leidend tot boosheid, woede en een schreeuw om actie, zoals stikstofminister van der Wal tot afschuw ondervond, toen een groep boze boeren voor haar woning stond.
Ons land heeft juist nu behoefte aan een leider die vertrouwen uitstraalt. Die oog heeft voor de onrust en een visie laat zien waardoor ons aller angsten en zorgen handelbaar zijn. En dat hebben we sinds corona eigenlijk niet meer gezien.
 
Het zijn deze momenten waarbij het kan helpen om eens terug te kijken. Naar leiders die zich in situaties bevonden waarbij het woord CRISIS in kapitalen geschreven werd. Misschien dat de ‘lessen’ van die leiders van toen ook nu voor voldoende inspiratie kunnen bieden om de leiders van vandaag te helpen.
 
Eén van de meest iconische crisisleiders is Winston Churchill. Een bijzonder leider, maar vooral ook een bijzonder mens. Eigenwijs, bombastisch, scherp van tong, overtuigd, maar bovenal moedig en in staat om dankzij zijn briljante speeches anderen te overtuigen. In het boek Churchill van schrijver Paul Johnson komen 5 lessen terug, die naar de mening van Johnson bepalend zijn voor het leiderschapssucces van Winston Churchill. Misschien dat zo ook vandaag nog gelden?
 
De 5 van Winston:
 
1.   Mik altijd hoog. Leer een goede zin te schrijven. Leer de geschiedenis van uw land goed kennen. Lees veelzijdig belangrijke literaire werken ….
2.   Er bestaat geen alternatief voor hard werken. Wissel keihard werken af met vrije tijd om te herstellen en voldoende rust ….
3.   Laat nooit fouten, rampen ‒ persoonlijk of nationaal ‒ ongelukken, ziekten, impopulariteit en kritiek u er onder krijgen. Ontwikkel de waarden van moed, vastberadenheid en veerkracht ….
4.   Churchill verspilde een buitengewoon klein deel van zijn tijd en emotionele energie aan de hatelijkheden van het leven: anderen beschuldigen of de schuld geven van iets, kwaadwilligheid, uit zijn op wraak, smerige streken, geruchten verspreiden, wrok koesteren, wraakacties uitvoeren. Leer te vergeven, lik je wonden en ga verder. Leer de kunst van verheven grootmoedigheid ….
5.   De afwezigheid van haat liet veel ruimte over voor vreugde in Churchill’s leven. Hij hield van grappen. Hij schilderde en zong graag. Hij ontleende zijn kracht aan mensen en gaf het hen met volle maat.

Min of meer per toeval zag ik bij Op1 een interview met Louis van Gaal voorbijkomen. En het was direct duidelijk dat Louis van Gaal de status van ‘reguliere’ tafelgast overstijgt. Daar waar andere gasten tijdens de verschillende items verwisselen van plek, zat Louis ter linkerzijde van Carrie ten Napel, gedurende het hele programma. Ook was direct duidelijk in de vraagstelling dat Louis koninklijk behandeld werd. De vragen waren zachtaardig en werden voorzichtig gesteld. Het positieve effect was een coach die niet bang was om zijn menselijke kant te laten zien. Wat verder opviel? Dat waren toch wel een aantal lessen van Louis over leiderschap. Laat ik eens beknopt inzoomen op een aantal lessen van Louis.

Vertrouwen in het team.

Louis vertelt getroffen te zijn door de positiviteit van het team. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt”. “Hoe iedereen, inclusief de staf van 60 mensen, altijd op tijd op afspraken is”. De kwaliteit? Ongekend. Niet perse als voetballer, maar als prof. Hoe de spelers zich conformeren aan de regels, aan de opgelegde discipline.

Aandacht voor de mens.

Louis vertelt graag dat hij van discipline houdt. Niet omdat daarmee blijkt dat men wil luisteren naar Louis, maar omdat het leidt tot betere resultaten (zo beweert Louis in ieder geval). Toch is het zo, dat binnen die strakke structuur, ruimte is voor de mens achter de voetballer. “Ik benader elke speler anders”. “Ik heb begrip voor de situatie van elke speler en accepteer dat ze anders zijn. Zolang ze zich willen inzetten voor het belang van het team”, aldus Louis.

Communicatie, communicatie.

Er is maar één manier om te bereiken wat je wilt als coach, weet ook Louis. Door te communiceren. Vanuit het respect van de persoon, maar met het belang van het team voorop, zo zegt Louis. “Ik praat veel met spelers, over wat ik van ze verwacht”. “Individueel als het gaat om individueel gedrag, en met de groep als het gaat om het team”.

Visie.

Het is duidelijk waarvoor iedereen zich inzet. Om wereldkampioen te worden. “Of we dat worden?” “Dat weet ik niet”, zegt Van Gaal. “Maar als iedereen zich inzet om het team te laten presteren, dan kunnen we hoog komen”, stelt een overtuigde coach.

Misschien dat je in je eigen dagelijkse leiderschapsuitdagingen nog iets kunt hebben aan de lessen van Louis.

Ted Lasso is een succesvolle trainer van een amateur footballteam in de Verenigde Staten. Het ongelooflijke gebeurt; hij wordt gevraagd om trainer te worden van een premier league voetbalteam in Engeland. Opvallend, omdat Ted niet eens weet dat een voetbalwedstrijd bestaat uit twee helften.

Oké, ik beschrijf hier het plot van één van de meest bejubelde series op het Apple TV-kanaal.  

De reden waarom Ted Lasso een perfect rolmodel is voor leiders, is zijn onophoudelijke optimisme en vriendelijkheid. Hoe anders dan de leiders die op dit moment de nieuwszenders domineren met egoïstisch gedrag ten koste van velen.

Onlangs werd Ted Lasso besproken in een toonaangevend psychologie magazine in de Verenigde Staten. Om als voorbeeld te dienen voor leiders. Ik ben zo vrij geweest om een aantal bevindingen in dit korte verhaal op te sommen.

Humor en vriendelijkheid.

Sceptici zouden het naïviteit noemen. Toch blijkt dat de open en vriendelijke houding van Ted Lasso de meest vijandige criticaster doet smelten. Dankzij de combinatie van zelfrelativering en humor glijdt kritiek moeiteloos van hem af.

Advies en feedback.

Ted Lasso vraagt er lustig op los. Niet alleen bij mensen die ‘er verstand van hebben’, maar bij iedereen die een rol speelt in de club. Zijn oprechte nieuwsgierigheid en actiebereidheid geven hem niet alleen vertrouwen, maar dragen ook bij aan zijn ‘verbinding’ met iedereen binnen de club.

Bescheiden en respectvol.

Ted blijft geloven in de goede intenties van de mensen om hem heen. Zelfs als ze hem lijken te dwarsbomen. De overtuiging dat het niet gaat om het ‘ego’ van Ted Lasso, maar het belang van de club, leidt uiteindelijk tot een club en spelers die in zichzelf geloven.

Het is grappig dat een TV serie zo actueel kan zijn en een inspiratiebron kan zijn voor leiders, ondernemers en bestuurders die te maken hebben met een flinke dosis onzekerheid in de wereld.

Ted Lasso kijk je op Apple TV+

Eerst plezier, dan volgt succes vanzelf.

Als we denken aan topsport, dan denken we automatisch aan afzien, offers brengen, bikkelhard trainen, tomeloze ambitie (desnoods ten koste van anderen). Toch leert de wetenschap dat we die gedachten maar beter zo langzamerhand in de ijskast kunnen zetten.

Het Noorse Olympisch Team heeft op de afgelopen winterspelen laten zien dat ze uitstekend in staat zijn om successen te pakken. Als een echte winnaar hebben ze met 16 gouden medailles de concurrentie mijlenver achter zich gelaten

En wie denkt dat deze olympische succesmachine draait op blind fanatisme en een streng trainingsregime, die heeft het mis. En niet zo’n beetje ook.

Laten we eens even inzoomen op de sportcultuur in Noorwegen.

De ‘Jante’ wet

Van alle kinderen in Noorwegen beoefent zo’n 93% een sportactiviteit. Daarbij valt op dat sporten niet wordt gezien als een manier om competitief bezig te zijn, maar als een manier om je vrijetijd door te brengen. ‘Friluftsliv’ (buitenleven) zit diep verankerd in de Noorse volkscultuur en draagt eraan bij dat kinderen leren genieten van het buitenleven en de natuur. Vanuit deze gedachte worden veel buitensporten beoefend, zonder dat wordt nagedacht over winnen of verliezen. Sterker nog, in Noorwegen geldt de ‘Jante’ wet. Het is eigenlijk meer een gedragscode die erop neerkomt dat je nooit mag denken dat je beter bent dan een ander.

Bij sportclubs zie je dat terug doordat tot 13 jarige leeftijd niet wordt geselecteerd op talent. Er zijn ook geen klassementen of ranglijsten. Dat komt allemaal wel als je een jaar of 15 bent, zo wordt gedacht. De hoofdgedachte van de Noren is ook dat ‘succes’ vanzelf ontstaat als je plezier hebt in de sport. Een andere gedachte dan die bij ons eerder de norm is; plezier ontstaat als je succes hebt.

Kies voor plezier in plaats van voor succes

Het is een gedachte die prijzenswaardig is. Een gedachte ook die in leiderschapscoaching meer en meer terugkomt. Want als succes een ‘bijproduct’ is van plezier, dan is er altijd nog plezier als er geen succes is. Andersom is het een stuk triester. Want als alleen succes leidt tot plezier, dan is het wel teleurstellend als geen succes wordt behaald.

Misschien is het dan ook niet helemaal verrassend dat zovele topsporters te maken hebben met mentale uitdagingen als het succes – de winst – op enig moment wat vaker uitblijft.

Hocus pocus pilatus pas… Tja, hoe fijn zou dat zijn. Voor elk probleem of uitdaging een toverspreuk. Helaas, de werkelijkheid is anders. Al zou je soms denken dat voor elk probleem een formule te vinden is. Tenminste als je alle verhalen leest waarin wordt beloofd om in 5 stappen, 7 uitdagingen, 3 tips, je persoonlijke situatie te verbeteren.

Omdat ik niet wil achterblijven, presenteer ik ook graag enkele tips. Om je mentale fitheid te vergroten nog wel. Niet niks. En ze werken ook nog. Echter, weet je wat de kunst is. Deze tips ten uitvoer brengen. Niet een keer, maar eigenlijk dag na dag. En juist daar zit ‘m de crux. En daar zijn ook geen tips voor.

Oké, de 3 tips.

Tip 1: Ga vaker wandelen

Als je wandelt let je meer op je omgeving. Je negatieve gedachten en zorgen verdwijnen naar de achtergrond. En vooral de effecten van de rust en de natuur hebben een ‘helend’ effect op je gemoed. Wetenschappelijk verklaard heeft het ook te maken met het aanmaken van dopamine, dat ervoor zorgt dat we ons goed voelen.

Tip 2: Zet je telefoon uit

Hou je wel eens bij hoe vaak je op je telefoon kijkt? Doe het maar eens. Je zult ervan schrikken. Hoe dan ook, je schermtijd mag echt wel wat minder. Het zorgt er namelijk voor dat je brein zich niet ontspant. Vooral voor het slapen gaan, zorgen alle beeldschermprikkels ervoor dat je brein in de actiemodus blijft staan. En kost het extra tijd om in een goede slaap te komen.

Tip 3: Geef vaker een compliment

Een compliment geven. Hoe moeilijk is dat? “Ja, maar wat als het huichelachtig overkomt?” Maak er dan geen theater van, is het advies. “Fijn dat je dat voor mij gedaan hebt”. “Dank je wel voor de koffie”. “Ik vond het leuk om je weer even te spreken”. “Goed hoe je dat deed voor…”. Zie je wel, heel gewoon eigenlijk. En weet je wat het leuke is, van complimenten geven word je zelf ook een stukje gelukkiger.

“Therapie maakte mij een aardiger en gelukkiger mens”.

Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden. 

In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interviewtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.

Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden. 

Bewijsdrang

In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interview Bewijtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.

Het is knap en bewonderenswaardig dat diezelfde bewijsdrang ertoe heeft geleid dat Van den Ende, eerst zelfstandig en daarna met Endemol en Stage Entertainment, een enorm succes heeft gemaakt van zijn ambitie. Toch ook een opvallend deel in het interview over de ‘burnout’ van Van den Ende en het herstel ervan door een jarenlange therapie. Zoals Van den Ende aangeeft, was daar ineens het megasucces na de beursgang. Werd er van hem van alles verwacht en was het vooral de twijfel die de overhand kreeg. Tussen de regels door lees je de vertwijfeling. ‘Het moeten voldoen aan een rol die hem onzeker maakte’. Hij was beland in een wereld die zo ver afstond van zijn opvoeding, zijn ‘roots’, waardoor hij letterlijk ontaarde. Hij werd er een vervelende man door. Onaardig en boos ook.

Redding

Zijn redding? zoals Van den Ende zegt, dat was professor Leopold, waar hij 3,5 jaar lang in therapie ging. Een vaderfiguur, die kennelijk in staat was om Van den Ende terug te brengen naar de kern en vrede te hebben met wie hij was en respect te hebben voor de talenten en het succes dat eruit voortvloeide.

Van den Ende zegt er zelf het volgende over. “Ik ben na de therapie een aardiger mens geworden”. “Ik heb mezelf gevonden.”

De uitlatingen van Van den Ende kunnen wellicht helpen om ook andere ondernemers aan te moedigen eens goed te kijken naar zichzelf. Want in welke mate ben je een rol aan het vervullen waarin je je helemaal niet prettig voelt. Het indirecte advies van Van den Ende is daarom nog niet zo raar. Ga eens in gesprek met een coach of mentor. Want, zoals blijkt, je wordt er naast een beter ondernemer, ook een beter en gelukkiger mens van.

Wat een opsteker. In het World Happiness Report, een jaarlijks terugkerende publicatie door het Sustainable Development Solutions Network, blijkt dat we als Nederlanders opnieuw tot de gelukkigsten ter wereld behoren. We staan op plaats 6, na Finland, Denemarken, Zwitserland, IJsland en Noorwegen. Kortom, we bevinden ons in goed gezelschap.

Als een dergelijk cijfer wordt gepresenteerd leidt dat natuurlijk direct tot de vraag; welke factoren leiden tot zo’n hoge geluksbeleving?

Om een zinnig antwoord te kunnen geven, zullen we eerst eens inzoomen op de data die is onderzocht. Het zijn de volgende zaken; besteedbaar inkomen, levensverwachting, sociale kring, vrijheid van keuze, vrijgevigheid, corruptie en de dagelijkse positiviteit.

Prima indicatoren natuurlijk, die maar eens opnieuw onderstrepen dat het niet zozeer draait om de zogenoemde ‘aanleg’ om gelukkig te zijn. Wetenschappelijke onderzoeken leren ons namelijk dat onze genen (word je somber geboren?) hooguit voor zo’n 50% invloed hebben op ons geluksgevoel (alhoewel we misschien allemaal wel ‘klagers’ kennen die er een bovengemiddeld talent voor lijken te hebben). Hoe dan ook, de belangrijkste factoren hebben te maken met gebeurtenissen en het sociale klimaat waarin we leven.

Verder kijkend naar de details, wordt ook direct duidelijk dat het besteedbaar inkomen slechts een beperkte invloed heeft op het gelukscijfer, (niets nieuws; want andere onderzoeken hebben al veelvuldig aangetoond dat wanneer er geen directe geldzorgen meer zijn, de geluksbeleving nauwelijks nog toeneemt). Landen als Ierland, Singapore en Kuweit scoren een stuk hoger als het gaat om gemiddeld besteedbaar inkomen, maar scoren aanmerkelijk lager in de geluksbeleving. 

Wat echt een verschil maakt is de mate waarin we ons verbonden voelen met anderen (de sociale kring), de mate waarin we een vrijheid hebben om te kiezen en de wijze waarop we dagelijks positieve of negatieve gevoelens ervaren (positiviteit). Natuurlijk helpt het ook om te leven in een cultuur waarin we niet bang hoeven te zijn voor corruptie en onderdrukking (we ervaren het misschien als vanzelfsprekend).

Wat kunnen we leren van de Scandinaviërs?

Hoogleraar Henk van der Liet, hoogleraar Scandinavische taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, geeft aan dat de hoog scorende Scandinaviërs een heel goede balans hebben tussen werk en privé. Bovendien staan Scandinaviërs erom bekend dat ze in hun vrije tijd veelvuldig naar buiten gaan om te genieten in de natuur.

Een Finse expat geeft aan dat vele Finnen juist samen met hun familie vakantie vieren. Het gevoel om samen te genieten leidt tot extra verbondenheid en draagt bij aan een hoger geluksgevoel. Bovendien is het zo dat vele moeders weliswaar fulltime werken, maar dat de kinderopvang erg goed geregeld is. Dit leidt tot minder schuldgevoel bij werkende moeders én vaders.

Misschien dat we deze inzichten kunnen gebruiken om ons hoge geluksgevoel nog een beetje verder te ontwikkelen. Misschien dat het ook een oplossing zou zijn voor de 17% werknemers die te kampen hebben met burn-out klachten.

De algemene opvatting is nog steeds dat als je goed je best doet op school, hard werkt, veel aandacht geeft aan je carrière, het succes je ten deel zal vallen. En wanneer je succes hebt? Dan zal je ook gelukkig zijn.

Er zitten veel misverstanden in deze denkwijze. Het gaat er bijvoorbeeld van uit dat geluk zoiets is als een resultaat. Dat je er behoorlijk wat voor moet doen. En misschien impliceert het ook nog wel zoiets als dat je het eigenlijk een beetje beter moet doen dan anderen.

Mhhhm. Logisch misschien, volgens wat ouderwetsere menselijke opvattingen.

Gelukkig wordt er veel onderzoek gedaan naar thema’s als geluk en succes. En daaruit blijkt telkens opnieuw dat geluk helemaal niets is dat je als resultaat bereikt. Sterker nog, het blijkt dat een ‘staat van geluk’ ofwel het besef gelukkig te zijn juist een enorme kans verbeteraar is voor maatschappelijk succes. Hoe dat komt? Door het effect dat positieve en gelukkige emoties hebben op de carrière, aldus een onderzoek van Sonja Lyubomirsky, Lisa Walsh en Julia Boehm uit 2018 (Does Happiness Promote Career Success? Revisiting the Evidence)

En eigenlijk had je er helemaal geen onderzoek voor nodig. Bedenk immers maar eens hoe je zelf aankijkt tegen die ene collega die altijd klaagt en ontevreden is of die collega die vrolijk is, complimenteus en oog heeft voor anderen. Overigens blijkt, ook weer uit onderzoek, dat positieve gelukkige medewerkers minder vaak ziek zijn, eerder een extra uitdaging aangaan en commercieel succesvoller zijn. Niet zo raar dat de positieve gelukkiger collega eerder promotie maakt. Dus, de conclusie is; succes maakt je niet gelukkiger, geluk maakt je succesvoller.

Dan Gilbert, professor op Harvard University en befaamd spreker op vele TED congressen, benoemt eveneens een aardige ‘kip of ei’ stelling; het huwelijk. Getrouwden blijken gelukkiger dan alleenstaanden. Maar de voor de hand liggende conclusie gaat niet op. Want het is niet zo dat ‘het huwelijk’ leidt tot meer geluk. Het blijkt namelijk dat gelukkiger mensen meer trouwen dan minder gelukkigen. Dus ook hier geldt dat je beter eerst gelukkig kunt zijn dan te denken dat het trouwen je gelukkiger zal maken.

Kijk er maar eens naar hoe Dan Gilbert het uitlegt.