Het is heerlijk om af en toe eens weg te dromen bij het kijken van een ouderwetse aktiefilm. Alle personages zijn duidelijk. Of je bent goed, of je bent fout. En natuurlijk is de winnaar altijd goed. Al moet hij of zij er soms dingen voor doen die niet per se als ‘goed’ zijn te kwalificeren. In het schietgevecht tussen de sheriff en de bandiet (ja, ik kijk ook naar oude films), waarbij de uitspraak: ‘het was hij of ik’, de schietpartij goedmaakt. Hetzelfde geldt voor de soldaat, de geheim agent of de stoere burger die zich als held ontpopt. De winnaar komt weg met zijn wreedheden omdat het doel altijd hoger was dan de impact zelf. Dus, sorry zeggen is niet echt nodig.
Bij sportgebeurtenissen wordt het al wat gevoeliger. De voetballer die een ander tegen de vlakte werkt om een goal te voorkomen. De wielrenner die bij de sprint een elleboogje geeft om zelf in ideale sprint positie te komen. Of ‘onze’ Formule 1 held die heldhaftig in een gat duikt om als eerste uit een bocht te komen en de ander daarbij misschien buiten de baan drukt. Ook hier is de sorry soms moeilijk. En dat is nog wel te begrijpen ook. Want in de gefocuste geest van de topsporter is vrijwel alles geoorloofd om te winnen. ‘Daar hoef je toch geen sorry voor te zeggen?’ In een interview achteraf wordt het ogenschijnlijk agressieve gedrag goedgepraat met de wetenschap dat de ander het ook zou doen. ‘Het was hij of ik’, dus…
Hoe zit het dan met die ‘winnaars’ op de werkvloer? De leiders, de bazen? Een vergelijk dat misschien niet zo gemakkelijk te maken is. Want, laten we eerlijk zijn, een geval van leven op dood? Dat komt niet voor. En die bijzondere kans om kampioen te worden? Al evenmin. Toch vertoont het gedrag van leiders soms overeenkomsten met dat van de filmheld of topsporter. Vanuit het hogere doel is veel geoorloofd. En juist daar wordt het oppassen. Want dat hogere doel is voor veel leiders gelijk aan een persoonlijk doel. Macht, status, aanzien, waarbij soms zelfs het algemeen doel, en dat van medewerkers, naar de achtergrond verdwijnt. Waarbij ‘het is hij of ik’ een tegenstelling wordt tussen ego en bedrijfs-(of medewerkers) belang. En dat zou toch wel wat vraagtekens moeten oproepen.
De vraag; hoe herken je deze leiders? Heel eenvoudig. Ze zeggen nooit sorry!
Angst is een slechte raadgever. Toch? Maar dat geldt eigenlijk net zo voor andere raadgevers die diep in ons emotionele spectrum zitten. Tenminste, dat bedenk ik me als ik de cover van de Kerst Linda bekijk. Want, kijk maar eens hoe trots onze ministers Hugo de Jonge en Kajsa Ollongren poseren tussen bekende Nederlanders als Raven van Dorst, Leontine Borsato en Linda zelf. Oké, er zal niet zoveel mis zijn met de intentie. Immers als het thema is; ‘oh wat een jaar’, dan is er de nodige relevantie om gevraagd te worden. Toch zou het goed zijn als er bij de bewindslieden een intern stemmetje opgekomen zou zijn dat vraagt; ‘doe je dit voor jezelf? óf voor de zaak waar je voor staat?’
Die vraag zal misschien niet zo snel opkomen bij mensen die vooral een belang hebben bij ‘bekend’ blijven. Maar, als je bewindspersoon bent én dus verantwoordelijk voor vele ingrijpende gevolgen, hoe zinvol is het dan om ‘te willen vertellen hoe erg het voor jou was?’ Je mag je afvragen of het je helpt in je leiderschap?
Stel nou voor dat je zelf in de positie komt waarbij je ijdelheid en ego gestreeld wordt, beantwoord dan voor jezelf de volgende vraag?
Is het relevant? Klopt de timing? Past het in de context? En, tast het mijn geloofwaardigheid aan?
Kun je op deze vragen een positief antwoord geven? Dan doen!