Door alle berichten en waarschuwingen is het eigenlijk helemaal geen verrassing dat Corona en allerlei andere actuele economische onzekerheden een weerslag hebben op de geestelijke weerbaarheid van werknemers. Toch blijkt deze impact hoger dan vaak gedacht. Het gerenommeerde onderzoeksbureau Gallup publiceert in haar rapport ‘State of the Global Workplace’ dat maar liefst 44% van de werknemers te kampen heeft met symptomen van stress en angst. Dus, de gedachte dat het ‘einde’ van Corona zal leiden tot een nieuw normaal, blijkt vooral gebaseerd te zijn op hoop.
Wat is er dan aan de hand? In 2020 bleek het niveau van stress, angst, zorgen en somberheid aanmerkelijk hoger dan in de jaren ervoor. In 2021 nam dit niveau niet af. Sterker nog, het werd alleen nog maar erger. Als redenen worden genoemd; sociale isolatie, gezondheidsproblemen en ook economische/financiële zorgen.
De onderzoekers van Gallup wijzen op de negatieve impact van het geestelijk welzijn voor organisaties. De geestelijke fitheid van een bedrijf is niet terug te vinden op de balans en krijgt dan ook niet de aandacht die het zou dienen te hebben. Toch heeft langdurige stress en angst een effect op een goede bedrijfsvoering. Zo zal er namelijk sprake zijn van uitval door burn-out en een hoog verloop van medewerkers, die juist op dit moment zo broodnodig zijn.
Hoe kun je als leidinggevende of manager omgaan met deze situatie?
1. Fitness alleen, volstaat niet.
Gelukkig besteden meer en meer bedrijven aandacht aan de lichamelijke fitheid en vitaliteit van hun medewerkers. Zo worden er fitness abonnementen aangeboden en worden tal van voorlichtingsprogramma’s ingezet om een gezonde levensstijl te promoten. Zorgen en angsten neem je echter niet weg met een fitnessprogramma maar met bijvoorbeeld een carrière-vooruitzicht. Of door (tijdelijk) financiële ondersteuning als dat nodig is. Of door aandacht te hebben en werkflexibiliteit te bieden als de privé-situatie van een werknemer daarom vraagt.
2. Meet de werknemerstevredenheid.
Zoals eerder gezegd, medewerkerstevredenheid staat niet als een cijfer op de balans of in de winst- en verliesrekening. Toch is het van essentieel belang geworden om te weten hoe het is gesteld met de fitheid, gezondheid en energie van je werknemers. Het is dan ook raadzaam om dit te gaan meten. Met inzet van ‘slimme’ enquetes en interviews.3
3. Maak werknemerstevredenheid een deel van je bedrijfscultuur.
In haar onderzoek heeft Gallup ontdekt dat bedrijven waar oprechte aandacht en betrokkenheid is voor het welzijn van haar medewerkers, een betere klanttevredenheid wordt gescoord, een hogere productiviteit wordt gemeten en zelfs minder ongelukken gebeuren. Opvallend daarbij is dat de CEO het voorbeeld dient te geven. Deze ‘voorbeeld’bedrijven schakelen overigens ook veel vaker externe hulp in van coaches.
Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden.
In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interviewtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.
Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden.
In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interview Bewijtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.
Het is knap en bewonderenswaardig dat diezelfde bewijsdrang ertoe heeft geleid dat Van den Ende, eerst zelfstandig en daarna met Endemol en Stage Entertainment, een enorm succes heeft gemaakt van zijn ambitie. Toch ook een opvallend deel in het interview over de ‘burnout’ van Van den Ende en het herstel ervan door een jarenlange therapie. Zoals Van den Ende aangeeft, was daar ineens het megasucces na de beursgang. Werd er van hem van alles verwacht en was het vooral de twijfel die de overhand kreeg. Tussen de regels door lees je de vertwijfeling. ‘Het moeten voldoen aan een rol die hem onzeker maakte’. Hij was beland in een wereld die zo ver afstond van zijn opvoeding, zijn ‘roots’, waardoor hij letterlijk ontaarde. Hij werd er een vervelende man door. Onaardig en boos ook.
Zijn redding? zoals Van den Ende zegt, dat was professor Leopold, waar hij 3,5 jaar lang in therapie ging. Een vaderfiguur, die kennelijk in staat was om Van den Ende terug te brengen naar de kern en vrede te hebben met wie hij was en respect te hebben voor de talenten en het succes dat eruit voortvloeide.
Van den Ende zegt er zelf het volgende over. “Ik ben na de therapie een aardiger mens geworden”. “Ik heb mezelf gevonden.”
De uitlatingen van Van den Ende kunnen wellicht helpen om ook andere ondernemers aan te moedigen eens goed te kijken naar zichzelf. Want in welke mate ben je een rol aan het vervullen waarin je je helemaal niet prettig voelt. Het indirecte advies van Van den Ende is daarom nog niet zo raar. Ga eens in gesprek met een coach of mentor. Want, zoals blijkt, je wordt er naast een beter ondernemer, ook een beter en gelukkiger mens van.
Wat een opsteker. In het World Happiness Report, een jaarlijks terugkerende publicatie door het Sustainable Development Solutions Network, blijkt dat we als Nederlanders opnieuw tot de gelukkigsten ter wereld behoren. We staan op plaats 6, na Finland, Denemarken, Zwitserland, IJsland en Noorwegen. Kortom, we bevinden ons in goed gezelschap.
Als een dergelijk cijfer wordt gepresenteerd leidt dat natuurlijk direct tot de vraag; welke factoren leiden tot zo’n hoge geluksbeleving?
Om een zinnig antwoord te kunnen geven, zullen we eerst eens inzoomen op de data die is onderzocht. Het zijn de volgende zaken; besteedbaar inkomen, levensverwachting, sociale kring, vrijheid van keuze, vrijgevigheid, corruptie en de dagelijkse positiviteit.
Prima indicatoren natuurlijk, die maar eens opnieuw onderstrepen dat het niet zozeer draait om de zogenoemde ‘aanleg’ om gelukkig te zijn. Wetenschappelijke onderzoeken leren ons namelijk dat onze genen (word je somber geboren?) hooguit voor zo’n 50% invloed hebben op ons geluksgevoel (alhoewel we misschien allemaal wel ‘klagers’ kennen die er een bovengemiddeld talent voor lijken te hebben). Hoe dan ook, de belangrijkste factoren hebben te maken met gebeurtenissen en het sociale klimaat waarin we leven.
Verder kijkend naar de details, wordt ook direct duidelijk dat het besteedbaar inkomen slechts een beperkte invloed heeft op het gelukscijfer, (niets nieuws; want andere onderzoeken hebben al veelvuldig aangetoond dat wanneer er geen directe geldzorgen meer zijn, de geluksbeleving nauwelijks nog toeneemt). Landen als Ierland, Singapore en Kuweit scoren een stuk hoger als het gaat om gemiddeld besteedbaar inkomen, maar scoren aanmerkelijk lager in de geluksbeleving.
Wat echt een verschil maakt is de mate waarin we ons verbonden voelen met anderen (de sociale kring), de mate waarin we een vrijheid hebben om te kiezen en de wijze waarop we dagelijks positieve of negatieve gevoelens ervaren (positiviteit). Natuurlijk helpt het ook om te leven in een cultuur waarin we niet bang hoeven te zijn voor corruptie en onderdrukking (we ervaren het misschien als vanzelfsprekend).
Wat kunnen we leren van de Scandinaviërs?
Hoogleraar Henk van der Liet, hoogleraar Scandinavische taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, geeft aan dat de hoog scorende Scandinaviërs een heel goede balans hebben tussen werk en privé. Bovendien staan Scandinaviërs erom bekend dat ze in hun vrije tijd veelvuldig naar buiten gaan om te genieten in de natuur.
Een Finse expat geeft aan dat vele Finnen juist samen met hun familie vakantie vieren. Het gevoel om samen te genieten leidt tot extra verbondenheid en draagt bij aan een hoger geluksgevoel. Bovendien is het zo dat vele moeders weliswaar fulltime werken, maar dat de kinderopvang erg goed geregeld is. Dit leidt tot minder schuldgevoel bij werkende moeders én vaders.
Misschien dat we deze inzichten kunnen gebruiken om ons hoge geluksgevoel nog een beetje verder te ontwikkelen. Misschien dat het ook een oplossing zou zijn voor de 17% werknemers die te kampen hebben met burn-out klachten.