Verschil van inzicht leidt tot betere besluiten!

Met het aantreden van een nieuwe ministersploeg ontstaan er allerlei discussies. Grofweg gesteld zijn deze discussies te herleiden tot drie thema’s. 1) De keuze van de nieuwe ministers, 2) de nieuwe rol van bestaande ministers én 3) de verhouding tussen mannen en vrouwen. Want, voor het eerst in de parlementaire geschiedenis is er een gelijke verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke ministers en staatssecretarissen. 

Het is aardig om even in te zoomen op de laatste discussie. Want, door die bijzondere verhouding, met veel vrouwen, krijgt de bestuurlijke verwachting een nieuwe lading.

Uit onderzoek blijkt namelijk dat bestuursorganen, waarin meer vrouwen zitten, veel evenwichtiger besluiten nemen dan de bestuursorganen waarin alleen mannen zitten. Bovendien blijken de besluiten veel positiever voor de langere termijn.

Onderzoeker en assistent hoogleraar Marilieke Engbers heeft het onlangs ook nog eens genoemd in haar boek ‘Onder commissarissen’. Zo blijkt dat wanneer er ruimte is voor tegenspraak, de besluiten beter doordacht zijn, er een lager afbreukrisico optreedt voor de organisatie en dat besluiten meer positieve effecten hebben voor de langere termijn.

Echter, die ruimte voor tegenspraak is er maar mondjesmaat. Zo worden de meeste bestuursorganen nog overbevolkt door mensen (vooral mannen), die een bovengemiddeld ego hebben met daarbij de overtuiging dat hun kennis, ervaring en inzicht juist de reden is waarom ze de machtspositie hebben die ze hebben. Daaruit ontstaat niet direct het gevoel om te overleggen of advies te vragen. Het gevolg? Besluiten zijn minder goed overwogen, hebben grotere risico-aspecten en hebben een relatief korte bestendigheid.

Het gevaar van soortgelijke bestuurders is ook dat ze een ‘eigen wereld’ creëren. Gebaseerd op dezelfde stijl, opvattingen en gedrag. Zelfs als professioneel toezichthouder is het moeilijk om daarbij een kritisch tegengeluid te laten horen, zo stelt Engbers.   

“Een goede leider zoekt zijn ongelijk”, is dan ook de stelling van Engbers. En dat ziet ze natuurlijk best goed. Vele drama’s in het verleden hebben immers al lang bewezen dat het goed is om als leider open te blijven staan voor de opvattingen van anders. Het meest duidelijk is dat nog wel bij zaken waarbij het direct verkeerd afloopt. De chirurg die eigenwijs het advies van een assistent in de wind slaat, met het overlijden van de patiënt tot gevolg. De captain van een Boeing 747, die tegen het advies van de copiloot in, toch besluit om te starten en een fatale botsing met een ander vliegtuig veroorzaakt. Of de CEO die, als almachtige leider, behendig verschillende tegenstanders uit de raad van bestuur manoeuvreert om de risicovolle overname door te zetten, die uiteindelijk bijna de ondergang van het bedrijf betekent.

Ja maar…. Ik hoor het tal van ondernemers al zeggen. Is het niet zo dat ondernemerschap juist gaat om snel beslissingen kunnen nemen. Moed en lef hebben, risico’s aangaan die een ander misschien niet zou maken? Het antwoord daarop is natuurlijk, ja. Echter, ondernemerschap is vooral ook blijven nadenken over de verhouding tussen rendement en risico. En, hoe groter de organisatie, hoe zorgvuldiger de risico’s afgewogen dienen te worden. Deze balans wordt op een mooie manier tot uitdrukking gebracht in een eeuwenoud Afrikaans spreekwoord.

“Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Als je ver wilt gaan, ga dan samen.”